Om de werkzaamheden aan knooppunt Hoevelaken goed te laten verlopen, houden we voorafgaand aan de realisatie al met veel aspecten rekening. Zoals archeologische onderzoek, natuuronderzoek (wat leeft en groeit er waar) en natuurcompensatie.
Wij spraken met Gerrit Pleijter (projectleider en plaatsvervangend programmaleider) en René Visser (meewerkend voorman terreinbeheer) bij Projectbureau Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK) over het belang van het meten van het grondwaterpeil.
Rijkswaterstaat en GLK hebben afgesproken om het grondwaterpeil van Landgoed Hoevelaken voor, tijdens en na de werkzaamheden te monitoren. Bij andere projecten is namelijk gebleken, ondanks zorgvuldig onderzoek vooraf, dat er toch veranderingen in grondwaterstanden optraden. Hier wordt bedoeld dat ondanks (model)onderzoek van tevoren (dat aangeeft dat er geen veranderingen zijn te verwachten als gevolg van werkzaamheden) er in de praktijk toch veranderingen in de grondwaterstanden optreden. GLK heeft hiervoor de A50 bij Arnhem als voorbeeld. Hier bleek in de praktijk wel verdroging op te treden ondanks modelonderzoek van tevoren. Dat willen we nu voorkomen, vandaar dit peilbuizen onderzoek.
Om het effect van de werkzaamheden aan knooppunt Hoevelaken op het grondwaterpeil ook in de praktijk goed te meten, plaatsen we peilbuizen in de grond. Pleijter: “Een peilbuis is een buis met aan het uiteinde een geperforeerd deel. Hierdoor kan het water makkelijk de buis inlopen. De grondwaterstand lezen we vervolgens af door een meetlint met een holgewicht in de buis te laten zakken. Je weet dat het grondwaterniveau is bereikt, als je een plopgeluid hoort. Soms meten we het waterpeil ook digitaal. Dan hangen we een meetlint in de buis die data opslaat in een zogenoemde logger, die we periodiek uitlezen.”
De locaties van de peilbuizen worden in overleg met Rijkswaterstaat zorgvuldig geselecteerd. Maar hoe gaat het plaatsen van een peilbuis in zijn werk? Visser: “Het is een vrij simpel klusje. Met een grondboor maken we een gat van een aantal meter diep. Vervolgens plaatsen we de buis en leggen we er grind omheen. Zo kan er wel water, maar geen zand in het gat terechtkomen.” Omwonenden hebben volgens Visser geen last van de buizen: “Er steekt een buis uit de grond van 50 centimeter, verder merkt of ziet niemand iets.”
Gebiedsmonitoring blijft van belang
Voor project Hoevelaken is een grondwatermodelstudie uitgevoerd en maakt onderdeel uit van het Ontwerp Tracébesluit uit 2018. Het onderzoek is uitgevoerd door Arcadis in samenwerking met waterschap Vallei en Veluwe en laat zien dat er geen effecten op de waterhuishouding worden verwacht door de werkzaamheden.
Toch wil GLK graag dat er peilbuizen geplaatst worden. “De druk op het Hoevelakense bos is door de uitbreiding van Amersfoort in de afgelopen jaren flink gegroeid en gaat in de komende jaren alleen maar meer stijgen”, zo legt Pleijter uit. Er zijn woonwijken bijgekomen en hier spelen we al op in met spreiding van recreatie, zoals speciale paden voor ruiters en wandelaars. “In de omgeving van het bos zal niet alleen aan knooppunt Hoevelaken gewerkt worden, ook projectontwikkelaars hebben initiatieven voor nieuwe woonwijken en de landbouw blijft toenemen. Deze ontwikkelingen hebben een directe invloed op het landgoed. Om de kwaliteit te bewaken en schade door fluctuerende waterstanden voor bomen te voorkomen, blijft het dus belangrijk dat we het grondwaterpeil regelmatig checken.”